Periode 2 Vwo 4

Wellicht zijn de presentaties van het project Kijk op Literatuur nog niet afgerond. Alles wat je moet weten over dit project staat bij periode 1. Nadat alle presentaties gehouden zijn, spreekt de docent met jullie af wanneer het bijbehorende leesdossier moet worden ingeleverd.
Voor het leesdossier raadpleeg je grondig de dossiereisen, zowel de algemene eisen als de specifieke eisen die aan een leesdosier worden gesteld. Je vindt deze eisen onder de knop Dossiereisen hierboven.
Om te weten of je alle onderdelen in het dossier hebt gestopt, raadpleeg je het beoordelingsformulier van de docent. Dat kon je vinden onder periode 1, maar ook nog hier.

In toetsweek 2 krijgen jullie een tekstverklaringstoets voorgeschoteld. De stof die je moet kennen staat in Nieuw Nederlands:
NN tekstopbouw blz. 24 e.v.
NN publiek blz. 41 e.v.
NN informerende tekst 68 e.v.
Het volgende lesmateriaal moet je meebrengen naar de les:
overzicht van verbindingswoorden en verbanden
Ook de volgende stof moet je bestuderen voor tekstverklaring:
Uitleg van termen en opdrachten bij tekstverklaring
Je docent kan jou vragen om ook het volgende bestand mee te brengen:
theorie en oefeningen tekstverklaren

Vervolgens gaan jullie beginnen aan de voorbereiding van de presentatie over Middelnederlandse literatuur. Daarvoor moeten jullie een Middelnederlands literair werk lezen. Je maakt daarvoor een keuze uit door de docent opgegeven werken. De presentatie vindt plaats in periode 3 en wordt uitgevoerd door drie à vier personen. Kijk voor de opdracht bij periode 3.
Laat merken dat je tijdens je zoektocht naar materiaal gestuit bent op dingen die je verbaasd, geïntrigeerd of geënthousiasmeerd hebben. Verwerk dat vooral in je presentatie! 

Voor toetsweek 3 moet je je voorbereiden op het schrijven van een tekst. Wellicht wordt er tijdens periode 2 al aan begonnen.
Om goed te kunnen schrijven heb je inzicht nodig in je leerstijl. Daarvoor moet je op deze site de vragen gaan beantwoorden: de leerstijltest (opent in eigen venster). Druk de conclusie/uitkomst af en bewaar dat voor je schrijfdossier.

De stof die je moet kennen is gelijk aan de stof voor tekstverklaring in Nieuw Nederlands(zie boven)
Voor het schrijfdossier heb je het volgende nodig:
Schrijven aan de hand van de leerstijlencirkel en breng dat mee naar de les.
Het verbeteren van je taaltechniek

Er moet een schrijfdossier worden aangelegd met een tekst die de verschijnsel-verklaringstructuur heeft. Voor het dossier moet je het volgende afdrukken en meebrengen naar de les:
opdracht verschijnsel/verklaringtekst
concept/structuurschema
Beoordelingsformulier voor de verschijnsel/verklaringtekst voor jezelf
Beoordelingsformulier voor de verschijnsel/verklaringtekst voor een medeleerling
Herschrijfformulier voor de verschijnsel/verklaringtekst